Samenvatting

Sorptiegedrag van zware metalen aan Rijn gesuspendeerd materiaal en aan Rotterdams havenslib.
W.J.M. Hegeman en C.H. van der Weijden
Eindrapport metaal experimenten: In opdracht van Dienst Getijdewateren onder contract nr.: DGW-996
Oktober 1990

Bij de start van dit onderzoek is uitgegaan dat fysisch/chemische processen tussen gesuspendeerd materiaal en water de belangrijkste interactie processen zijn die het gedrag van metalen in het waterige milieu controleren.
Er is getracht het gedrag van een aantal zware metalen te verklaren die vanuit de rivier naar de zee aangevoerd worden. Dit is enerzijds gedaan door onder oxische omstandigheden het gedrag van zink in een estarien gebied te volgen en anderzijds de anoxische-oxische overgang van baggerspecie te bestuderen. Voor de metalen Zn, Cr en As zijn hier experimenten opgezet die het gedrag van de metalen in het estuariene gebied en in baggerspecie verklaren.
Er zijn experimenten uitgevoerd die het gedrag van zware metalen tijdens het dumpen van baggerslib kunnen verklaren. Er is getracht de sorptie processen aan gesuspendeerd materiaal met een kinetisch modelleringsprogramma te modelleren. De meetresultaten zijn in een Appendix weergegeven. Geadsorbeerd zink blijkt in een estuarien gebied snel te desorberen indien de zoutconcentratie opgevoerd van 0 tot 5 promille. Veldmetingen waarin bijvoorbeeld een adsorptie gevonden wordt, kan verklaart worden met een verandering van het gesuspendeerde materiaal.
Chroom(III) werd in alle gevallen zeer snel irreversibel geadsorbeerd, alleen complexatie met humuszuur was in staat Cr(III) gedeeltelijk in oplossing te houden. Oxidatie naar Cr(VI) werd niet waargenomen op de tijdschaal van de experimenten (12 dagen).
Arseen(V) bleek beter te adsorberen aan illiet dan As(III), een scheiding van deze twee species werd uitgevoerd met DBDTC. Er tradt een sterke adsorptie/coprecipitatie op voor As(III) indien baggerslib ge-oxideerd werd.
Bij de storting van havenslib in oxisch zeewater (onder laboratorium omstandigheden) bleek gedurende 15 minuten de opgeloste ijzer concentratie sterk af te nemen. Dit wordt verklaart doordat onder anearobe omstandigheden Fe(II) aanwezig is gedurende storting wordt dit snel geoxideerd naar het Fe(III) welke adsorbeerd en coaguleerd met het gesuspendeerde materiaal. Deze ijzerhydroxiden zijn zeer reactief en kunnen gelijktijdig met zware metalen coprecipiteren of de metalen adsorberen aan het oppervlak.

Volgend hoofdstuk INDEX HOME

Titel rapport: